Het is midden in de nacht en ik lig in een diepe ontspannen slaap in mijn bedje. Waarschijnlijk heerlijk te dromen, al weet ik de ochtend erna zelden wat voor waanzinnige avonturen ik die nacht heb beleefd. Dan ontwaak ik met een ruk uit mijn slaap. Mijn hersens draaien opeens op volle toeren en maken zich uit alle macht los uit dromenland. Mijn interne alarmsysteem, of zeg maar onderbewuste ik, heeft de noodklok geluid. Wat was dat voor geluid? Een paar seconden lig ik roerloos in bed en luister of ik weer iets hoor. Mijn betere helft is ook wakker geworden en kijkt me vragend aan. Het blijft stil maar voor de zekerheid stap ik gekleed in mijn onderbroek uit bed en snel de trap af. Het is aarde donker maar ik ken de afdaling van de trap in mijn eigen huis zo goed dat ik die bijna met mijn ogen dicht kan doen.
In de gang aangekomen kijk ik naar de voordeur. Die is dicht. Ik open de deur naar de keuken en werp een blik op de achterdeur. Ook dicht. Dan loop ik verder naar de woonkamer en laat mijn blik langzaam van de voor- naar de achterkamer glijden. De silhouetten van de meubelstukken zijn door de zachte lichtinval van de straatlantaarn goed te zien. De hond en de kat liggen vredig, maar ieder in een apart hoekje op de bank te slapen. Maar verder zie ik niets bijzonders. Ik loop, nog steeds in het donker via de keuken naar het kantoortje en open de deur. Het stilleven van een bureautje wat kasten en een computerscherm staan er precies zo bij zoals ik ze eerder die dag heb achter gelaten. Ik sluit de deur van kantoor en loop naar de praktijk ruimte van mijn dame. Ik zie dat deze deur niet gesloten is en voorzichtig duw ik hem verder open. Mijn blik gaat naar de tuindeur. Dicht. Ik zet een paar passen in de ruimte en kijk om me heen zonder iets waar te nemen wat daar niet thuis hoort. Dan nog even naar de achterdeur in de keuken, ik draai de sleutel om in het slot en voel bij het openslaan direct de koude lucht van de nacht op mijn lijf. De deur van het schuurtje is dicht en ook een blik op de poort die net als de schuurdeur ferm gesloten is bezorgt me een geruststellend gevoel. Niks aan de hand. Maar mijn gedachten zijn nog onrustig. Wat heb ik dan gehoord?
Onderweg naar de slaapkamer kijk ik overal nog een keer goed rond terwijl ik zonder resultaat het geluid dat ik gehoord heb probeer te plaatsen. Dan kruip ik weer in bed en stel mijn partner gerust. Niks te zien alles is oké. Ik ga op mijn rug liggen en terwijl de warmte van mijn bed mijn inmiddels koud geworden ledematen weer naar een aangename temperatuur brengt is mijn brein nog steeds bezig door de archieven te gaan om het geluid te plaatsen. Het mocht niet baten. Met mij oren gespitst of het stil blijft val ik uiteindelijk, zonder te weten wat ik gehoord heb in slaap.
De volgende ochtend stap ik uit bed en daal de trap af naar beneden voor de krant en een heerlijk bakje koffie. Ik denk nog steeds na over het geluid van afgelopen nacht. Na de krant, koffie en een boterhammetje ga ik in de ochtendzon aan de tuintafel zitten, laat de heerlijke zonnestralen op me inwerken en steek mijn eerste sigaretje van de dag aan. Schuin boven mij hoor ik het geluid van een raam dat geopend wordt en vrijwel meteen weer gesloten. De vervelend kriebelende losse eindjes in mijn grijze hersenmassa maken connectie. We hebben een match! Dit was het geluid van afgelopen nacht. Een raam dat, omdat het klemt, met iets meer kracht dan normaal dichtgetrokken wordt waardoor het lijkt alsof er een deur door de tocht dichtslaat. Ik kijk naar boven en zie mijn buurman achter het raam staan en groet hem met een knikje. Goedemorgen!
